Liparis loeselii (L.) Richard

Groenknolorchis, Sturmia

F: Liparis de loesel

D: Loesels Sumpf, Torf-Glanzkraut, Glanzstendel

E: Fen Orchid

Syn.: Malaxis loeselii Swartz
Ety.: Liparis komt van het Grieks Liparos (vetglanzend) wat wijst op het uitzicht van de bladeren. Loeselii is een hommage aan dokter en botanicus Johann Loesel (1607-1655).

Beschrijving : Plant 5 tot 20 cm hoog. Stengel kantig, rechtopstaand met aan de basis, naast de stengel, een groene, geribde stengelknol. De normale bladeren zijn langwerpig tot elliptisch­ lancetvormig. Gootvormig, aan de basis stengelomvattend. Vettig glanzend, licht- of geelgroen. Schutbladeren schubvormig.
Bloeiwijze losbloemig met drie tot acht bloemen. De geelgroene bloempjes zijn rechtopstaand en debloemsteeltjes vertonen een torsie van 180°graden. Sepalen en petalen uitstaand. Sepalen zijn langwerpig-tongvormig, meestal met een ingerolde rand. De petalen zijn lijnvormig en sterk uitgerold. Lip tongvormig, vanuit een smalle basis verbreed, meestal omhoog gericht, gootvormig en gebogen, boven de basis met twee kleine knobbeltjes. De gesteelde, lichtgroene vrucht valt in verhouding tot de bloem sterk op en komt pas tegen het najaar tot rijpheid. De plant blijft na de bloei doorgroeien.
Variabiliteit: weinig variabele soort.

Bloeitijd : juni-juli

Habitat : in vochtige tot natte duinvalleien en van de zee afgesloten strandvlakten met een matige rietvegetatie en veel mossen. Soms op brakke terreinen.

Zeldzaamheid : Waarschijnlijk in België bijna helemaal verdwenen, maar nog net over de grens met Nederland aanwezig en herkolonisatie is daarom misschien nog mogelijk. Lijst A.

Gelijkende soorten : Weinig soorten vertonen eenzelfde biotoop en kunnen daarom niet verward worden. Enkel Herminium monorchis zou door zijn kleur en habitus voor verwarring kunnen zorgenmaar de bloemstructuur verhindert dit.

Opmerkingen : pioniersoort gebonden aan de ontwikkelingsstadia van kalkmoerassen en basische venen. Ontwikkelt zich vaak op mossen rond pollen van Zwarte Knopbies (Schoenus nigricans ). De soort verdwijnt zo gauw de vegetatie zich opricht of het substraat uitdroogt. Met uitsterven bedreigd door drooglegging van zijn habitat, de urbanisatie van de kuststreek en de overmatige bemesting.