Orchids of Romania
De Angelli N. & Anghelescu D., 2020
Popovici Niţu stoica & Asociatii. 300p.
ISBN 978-973-0-32586-7
Prijs 68 € (incl. levering), Bestellen kan via noradeangelli15@gmail.com.
Nora De Angelli is een Roemeense die eigenlijk Nora Anghelescu heet, maar tijdens haar studieperiode in Nederland als moleculaire bioloog en haar werk in Londen beter bekend was als Nora De Angelli. Haar vader Dan Anghelescu heeft zijn passie rond wilde orchideeën doorgegeven aan zijn dochter en samen hebben ze dit jaar een boek gemaakt over de wilde orchideeën van Roemenië, dat is uitgekomen in oktober 2020.
Roemenië is een land waar natuurliefhebbers nog heel wat moois kunnen waarnemen maar het is tegelijkertijd ook een grote onbekende, waar je weinig reisverslagen van vindt. Wat me nog wel bijstaat is dat Robatsch destijds van de vloedbossen rond de Donau een aantal nieuwe Epipactis soorten beschreef zoals Epipactis guegelii in 1997 en Epipactis danubialis in 1989. Daarnaast kan je in de Facebook groep “European Orchids and their Habitats” ook regelmatig beelden terugvinden die in Roemenië zijn gemaakt door Miheala Balogh.
Roemenië is een groot land, dat grenst aan de Oekraïne, Moldavië, de Zwarte Zee, Bulgarije, Servië en Hongarije. Het is waarschijnlijk nog het beste bekend bij natuurliefhebbers vanwege de aanwezigheid van de Donau delta maar je hebt er ook flinke bergen met een hoogte van meer dan 2.500 meter en het land heeft een zéér hoge biodiversiteit in Europa. De documentaire uit 2018 met de naam “Untamed Romania” was ook een openbaring en het verlangen om meer te weten over dit land werd nog groter.
Ik was dan ook nieuwsgierig naar dit boek om kennis te maken met de Roemeense orchideeënflora en het blijkt dat je heel wat soorten kan ontdekken. Tegelijkertijd las ik dat ook Roemenië niet ontsnapt aan degradatie van zijn natuur: zo veranderden grote delen van de alpiene zone van het Bucegi Mountains National Park in een kaalgevreten woestijn met de plotse komst van grote kuddes schapen en koeien. Het boek behandelt 71 soorten, 14 ondersoorten en bijna 50 variëteiten of vormen. Daarnaast is men nog bezig met de beschrijving van 12 recent ontdekte nieuwe taxa, op soort en ondersoort niveau.
Het is een fotoboek geworden, wat ik wel een beetje spijtig vindt. Een hoofdstuk over de landschappen en biotopen is voor mij altijd een meerwaarde, alsook een stukje over “where to watch Orchids in Romania”. De foto’s zijn wel zéér de moeite waard, omdat er veel aandacht is besteed aan de combinatie bloem – insect. Vele foto’s zijn dan ook gemaakt waarbij je vaak een insect hebt. Enkele voorbeelden: een gele krabspin op een Vrouwenschoentje, een vlieg op een Dennenorchis, een sprinkhaan op de Herfstschroeforchis, kevers op Wantsenorchissen, vlinders enz. Deze combinaties geven de foto’s in het boek een extra dimensie.
Opvallend zijn ook de drieluiken die worden gepresenteerd, waarbij hybriden centraal worden afgebeeld, geflankeerd door de ouderlijke soorten.
Wat de bergsoorten betreft, zijn deze goed vertegenwoordigd. Nigritella carpatica, N. rhellicani, N. austriaca, N. widderi, N. miniata en N. bicolor vormen samen met Chamorchis alpina, Traunsteinera globosa en Malaxis monophyllos toch een mooie lijst.
Er zijn ook een aantal interessante Midden-Europese tot mediterrane soorten aanwezig in Roemenië zoals Anacamptis papilionacea, A. coriophora, A. fragrans en Ophrys scolopax subsp. cornuta
De Wespenorchissen zijn ook talrijk aanwezig met liefst 18 taxa waaronder Epipactis guegelii, E. exilis, E. danubialis, E. tallosii, E. flaminia, E. pontica en E. nordeniorum.
De Handekenskruiden vormen ook een fraai geheel met soorten van berg en dal, bos en moeras: Dactylorhiza sambucina, D. traunsteineri, D. cordigera en D. majalis
Elk geslacht begint met een kort overzicht van de aanwezige soorten, uitleg over de kenmerken van dit genus en de verspreiding op wereldvlak. Dan wordt elke soort – ondersoort – variëteit – vorm – hybride besproken met de nodige afbeeldingen die telkens habitus, biotoop, bloeiwijze, bloem en bloemdetails laten zien. Er is ook uitleg over de naam, de bloeitijd, biotoopkeuze en verschillen met gelijkende taxa.
Tot de meest interessante soorten horen volgens mij Himantoglossum calcaratum subsp. jankae, Gymnadenia frivaldii, Dactylorhiza cordigera subsp. siculorum, de verschillende Epipactis soorten en Pseudorchis albida subsp. tricuspis.
Walter Van den Bussche, 15/12/2020