Goodyera repens

F: Goodyère rampante
E: Creeping Ladies’ tresses
D: Kriechendes Netzblatt, Kriechende Goodyera, Moosorchis

Syn.: Satyrium repens L., Epipactis repens (L.) Crantz
Ety.: Goodyera is genoemd naar de Engelse botanist John Goodyer (1592-1664). Repens komt uit het Latijn en betekent kruipend, verwijzend naar de wortelstokken die de plant maakt.

Beschrijving: Plant 10-30 cm hoog. Klierachtig behaarde, groene, rechtopstaande stengel. Onderste bladeren in een rozet geschikt. Rozetbladeren zijn aan de basis versmald, verder eirond tot langwerpig eirond met een typisch netvormige nervatuur. Daarboven een opstaand, stengelomvattend blad. De andere langs de stengel staande bladeren zijn gereduceerd tot bladscheden. Uiteindelijk gaan ze over in schutbladeren. Bloeiwijze is een tamelijk dicht¬bloemige aar met 5 tot 15 bloemen. De bloemen zijn meestal naar een kant gericht, soms licht spiralerend rond de as. Schutbladeren even lang of langer dan de vruchtbeginsels. Bloemen wit, klein, klierachtig behaard en welriekend. Staan op het vruchtbeginsel een beetje afstaand. Laterale sepalen afstaand, dorsale sepaal en petalen kapvormig samenneigend. Lip bestaat uit twee articulerende delen. Basisgedeelte van de lip is komvormig, naar de top geleidelijk aan versmal¬lend in een tuitvormig, naar beneden gebogen gedeelte. Variabiliteit: weinig variabele soort.

Bloeitijd: midden-juli tot midden-augustus.
Habitat: Naaldenhumus en moslaag. Het is een soort die uitsluitend in de bovenste laag van de bodem leeft waar er een goede doorluchting is. Soort die ooit meegekomen is met sparrenaanplanten en die zich in België heeft gevestigd in oude, lichtdoorlatende, dennenbossen. Houdt van schaduw of halfschaduw. Verdraagt zowel basische als lichtzure bodems, droog of vochtig.

Zeldzaamheid: in Vlaanderen enkele grote populaties aanwezig in de provincie Antwerpen. In Wallonië gaat de soort sterk achteruit omdat de naaldenlaag te dik is geworden waardoor de planten het contact met de mineralenrijke bodem onder de naalden verliezen. Valt echter door zijn biotoop en zijn geringe grootte nauwelijks op. Lijst B

Opmerkingen: Het vergt een jaar alvorens de rozet goed ontwikkeld is. In het tweede jaar schiet de stengel door en komt hij tot bloei. In het derde jaar sterft de uitgebloeide plant af. Intussen vormen de oude uitlopers weer nieuwe scheuten en worden aan alle kanten nieuwe rozetten gevormd. Daardoor ontstaan soms grote kolonies. Bladeren het hele jaar zichtbaar.

Foto’s en video : Patrick Mannens & Bart Van de Vijver, tekst : Bart Van de Vijver.