Anacamptis morio
F: Orchis bouffon, Orchis casque
D: Kleines Knabenkraut, Saleb-Knabekraut
E: Green-veined Orchid, Green-winged Orchid
Syn.: Anacamptis morio L.
Ety.: Morio komt van het Spaanse Morion (lichte helm tijdens de Renaissance) en wijst op de vorm van het helmpje
Beschrijving: Plant 10 tot 40 (50) cm hoog. Holle, naar boven kantige stengel. De onderste 5-10 bladeren zijn rozetvormig uitgespreid, daarboven komen nog enkele rechtopstaande bladeren voor, gevouwen rond de stengel. De hoogste bladeren zijn stengelomvattend en schutbladachtig. Onderste bladeren langwerpig-lancetvormig tot lancetvormig, vaak wat gootvormig. Schutbladeren even lang als het vruchtbeginsel, groen of roodachtig. Bloeiwijze losbloemig, met vijf tot twaalf bloemen. Bloemen van donker roodviolet tot lichtpurper, soms zelfs wit. De sepalen en petalen vormen een brede helm. De zijdelingse sepalen zijn soms groenachtig en voorzien van duidelijke groene of donkerpurpere nerven. Lip drielobbig, middenlob vertoont vaak een inbochting en is meestal korter dan de zijlobben. De randen van de brede, iets naar achter geslagen zijlobben zijn onregelmatig getand of wat hoekig uitgerand. Het middenveld van de lip is wit of lichtgelig met donkerpaarse stippen of streepjes. Spoor duidelijk zichtbaar, ongeveer even lang als het vruchtbeginsel en dikker worden aan het uiteinde.
Variabiliteit: Zeer variabele soort wat grootte en vorm betreft, meestal in verband gebracht met ecologische factoren. De meer robuuste planten komen voor op vochtige of doorweekte substraten, de meer tengere vormen op droge plekken in de schaduw. De kleur van de bloem kan variëren binnen één populatie van donkerpaars tot bijna groenwit. Heel zelden is ook de lip niet gevlekt en is het helmpje groen gekleurd.
Bloeitijd: midden-april tot juni
Habitat: Anacamptis morio is bij ons een soort van de volle zon, meestal op vrij kalkrijke vochtige substraten zoals blauwgraslanden, schrale hooilanden, oude duinvalleien. Verdraagt zowel zwak zure als zwak basische gronden. Ook in natte weilanden, in het zuiden ook op stenige plaatsen.
Zeldzaamheid: Zeer zeldzaam in België. Was vroeger één van de meest verbreide soorten in ons land maar door de vermesting bijna volledig verdwenen. Lijst A.
Gelijkende soorten: A. morio kan eventueel enkel met Orchis mascula verward worden, maar ze is de enige soort bij ons met groene nerven in de helm. Bovendien is O. mascula veel groter en staan de zijdelingse sepalen af. De soorten van het geslacht Dactylorhiza hebben geen bladrozet en zijn meestal groter. Ze komt wel eens voor samen met de brede orchis en in het zuiden terreinen deelt met ijle moerasorchis.
Er komen in ons land geen hybriden voorkomen met andere orchideeën, maar dat in het zuiden wel vaker hybriden tot stand komen met o.a. ijle moerasorchis, vlinderorchis of welriekende wantsenorchis.
Opmerkingen: al in het najaar vormt deze soort een bladrozet. Ze overwintert met de bladeren dicht tegen de grond gedrukt.
Tekst : Bart Van de Vijver, video : Patrick Mannens, foto’s : Daniel Ghyselinck, Jacques Kleynen, Patrick Mannens, Bart Van de Vijver, Walter Van den Bussche.
Alle foto’s zijn welkom. Stuur ze naar secretariaat@semo.vlaanderen. Alvast bedankt.