Epipactis atrorubens (Hofmann) Schultes - Bruinrode wespenorchis

F:  Epipactis rouge
E: Dark Red Helleborine
D:  Braunrote Stendelwurz, Dunkelrote Stendelwurz

Syn.:   Serapias atrorubens Hoffman, Epipactis atropurpurea Rafin, 

Ety.:   Atrorubens komt van het Latijn Ater (donker) en Ruber (rood) wat wijst op de kleur van bloemen

Beschrijving: Plant 20 (10) tot 65 (80) cm hoog.  Stengel heen en weer gebogen, rond naar boven toe paars of roodbruin, sterk viltig behaard.  Bladeren in twee rijen ingeplant, stijf afstaand, meestal wat omgebogen  Duidelijke nerven, ge­woonlijk roodviolet of blauwachtig groen aangelopen.  Bladvorm is ellips- of ei-lancetvormig.  Hoger geplaatste bladeren smal-lancetvormig.  Schut­bladeren onderaan even lang als de bloemen, bovenaan korter.  Bloeiwijze een veelbloemige tros (12-50 bloemen) die ver boven het bovenste stengelblad begint en meestal naar één kant gericht is.  Bloemen horizontaal tot hangend, volledig openend, paarsrood, purper­bruin of zachtrood gekleurd.  Sepalen en zijdelingse petalen klokvormig samenneigend, later meer uitgespreid. Epichiel van de lip hartvormig, breder dan lang, met teruggeslagen top en knobbels aan de basis. Donker paarsrood hypochiel. Werkend rostellum (viscidium goed ontwikkeld!) en ontwikkeld clinandrium duidelijk aanwezig. Vruchtbeginsel viltig behaard. 

Variabiliteit: weinig variabele soort.  Kleurvariëteiten duiken al eens op.  Soms zijn de bloemen wat bleker (‘var. pallens’). 

Bloeitijd: einde mei tot midden-juli

Habitat: Soort van open licht tot halfschaduw op kalkgrond. Vaak in kalkgraslanden bij struweel te vinden.  Soms ook op stenige hellingen of oude groeven met matige begroeiing.  Daar blijven de planten wel kleiner.   

Zeldzaamheid: In de Belgische kalkstreken redelijk algemeen.  Elders zeer zeldzaam.  Plaatselijk vormen zich omvangrijke populaties. Lijst B.

Gelijkende soorten: Geen enkele andere Epipactis-soort vertoont dezelfde behaarde, rode bloe­men.  Verder zijn ook standplaats (kalkgraslanden) en bloeitijd bepalend.  Verwarring met E. helleborine is mogelijk wanneer het lichtere exemplaren betreft maar de viltige beharing maakt een onderscheid mogelijk. 

Tekst : Bart Van de Vijver, video : Patrick Mannens,  foto’s : Jo Bogaerds, Patrick Mannens, Dirk Batenburg, Ria de Neve, 

Met dank aan de vele fotografen die ons beeldmateriaal bezorgden van deze soort.

Volgende maand : Epipactis leptochila

Alle foto’s zijn welkom.  Stuur ze naar secretariaat@semo.vlaanderen.  Alvast bedankt.