Neotinea tridentata ssp. conica (Willdenow) R.M.Bateman et al. Kegelorchis

F: Orchis conique

E: Conical orchid

D: Kegel-Knabenkraut

Syn.: Orchis conica Willdenow, Orchis pusilla D.Tyteca, Neotinea conica (Willdenow) R.M.Bateman,

Ety.: conica komt van het Latijn conicus (kegelvormig) en wijst op de vorm van de bloeiwijze

Beschrijving :
Plant vrij fijn, 5 tot 30 cm hoog.  Rechte, stijve stengel die naar boven toe geribd is.  De zes tot acht ongevlekte bladeren vormen een grondstandig rozet en zijn lancetvormig. Twee rechtopstaande, wijd-schedevormende, schutbladachtige bladeren. Bladeren bleekgroen van kleur. Onderste schutbladen veel langer dan de vruchtbeginsels, de bovenste daarentegen korter, vliesvormig. Bloeiwijze eivormig tot kegelvormig, dichtbloemig. Bloemen zeer klein. Perianth met witte sepalen en petalen die, hoewel onderling niet vergroeid, een naar voor gebogen helm vormen waarvan de spitsen naar alle richtingen terugplooien. Sepalen lancetvormig, wit tot zachtroze met een lichtgroene basis. Duidelijke groene nerven tekenen de binnenzijde van de sepalen. Petalen lijn-lancetvormig, veel korter dan de sepalen, met een paarse nervatuur. De lip is korter dan 10mm, duidelijk drielobbig, en vrij vlak uitgespreid, afhangend tot afstaand. De zijlobben verbreden duidelijk aan de eindjes en zijn gaafrandig tot getand. De middenlob is bijna ongedeeld met in het midden een kort, uitstekend aanhangsel. De tekening op de lip bestaat uit een witte achtergrond met enkele onregelmatige, rode vlekken. Spoor kort en naar beneden gekromd, ongeveer zo groot als het vruchtbeginsel.

Bloeitijd: einde februari tot eind mei (afhankelijk van de hoogte)

Habitat: de soort komt zowel in de halfschaduw als volle zon voor, op basische tot zwak zure substraten. Ze verkiest ongestoorde, voedselarme, kortgrazige, vochtige (kalk) graslanden  maar we vinden ze ook in dichte bosjes, doornstruweel en open bossen, tot op een hoogte van 1100 meter.

Zeldzaamheid: Niet aanwezig in de Belgische flora. Enkel bekend van Spanje, Portugal, Noord-Afrika, Balearen en Zuidwest-Frankrijk (Aude). Sterk bedreigd op veel plekken.

Gelijkende soorten: De soort lijkt een beetje op Neotinea lactea maar ze vormt een meer dense, dichtbloemige bloeiwijze met kleinere bloemen en een vlakkere lip. Neotinea tridentata heeft grotere, meer roze gekleurde bloemen.

Opmerkingen: Vormt haast geen hybriden, enkel met Neotinea ustulata wanneer ze samen voorkomen (Aude).  De hybride werd destijds beschreven van de Pech de Bugarach uit de Aude door Jean Claessens en Jean Marc Lewin en heet Neotinea xdietrichiana nssp. bugarachensis

Tekst : Bart Van de Vijver, video : Patrick Mannens,  foto’s : Guy Tytgat, Patrick Mannens, Bart Van de Vijver, Etienne De Keukelaere

Met dank aan de vele fotografen die ons beeldmateriaal bezorgden van deze soort.

Volgende maand : Pseudorchis albida

Alle foto’s zijn welkom.  Stuur ze naar secretariaat@semo.vlaanderen.  Alvast bedankt.