Corallorrhiza trifida - Chatelain

Koraalwortel

F: Racine de Corail

E: Coralroot Orchid

D: (Dreispaltige) Korallenwurz

Syn.: Corallorrhiza innata Brown, Corallorrhiza intacta Chamisso .

Ety.: Corallorrhiza: uit het Grieks korallion = koraal, rhiza = wortel, wijst op de vorm van het ondergronds stelsel (eigenlijk geen wortel maar een rhizoom); trifida: uit het Latijn trifidus = met drie punten, wijst op de bloem die in drie gesplitst lijkt te zijn (1 lip en 2 sepalen).

Beschrijving : Plant 5-25 (30) cm hoog.  Gladde, volle, bleekgroene of bleekgele tot purperbruine rechtopstaande stengel.  Onderaan de stengel bevinden zich enkele geel- tot groenachtige vliezige scheden. Het hoogste schedevormend blad is wat verder geopend.  Bloeiwijze is een armbloemige tros met ten hoogste 10 (12) bloemen.  Schutbladen gereduceerd en schub­vormig, even lang als het bloemsteeltje. Sepalen en petalen geelachtig, groen of purper.  De mid­delste sepaal en de petalen zijn over het zuiltje gebogen. De lip is tongvormig, wit met aan de basis twee opstaande zijlobben.  In het midden van de lip bevinden zich twee langwerpige bulten met rode vlekken .  De middenlob is tongvormig, drietandig en naar beneden gebogen.  Zeer korte, zakvormige spoor aanwezig. 

Variabiliteit : soms ontbreekt de rode stippentekening op de lip. Verder weinig variabel.

Bloeitijd: mei tot juli. Verdroogde bloeistengels kunnen tot na de winter zichtbaar blijven.

Habitat: vochtige, humusrijke grond in naald- en loofbossen (beuk, spar).  Oppervlakkig verzuurde ondergrond is bevorderlijk. Ook op vochtige zandgrond in binnenduinbosjes of in kruipwilg vegetaties van duinvalleien, op venige grond tot in pure Sphagnum. Meestal in gebieden met vrij hoge luchtvochtigheid.  Plant leeft half-parasitair op zijn schimmel vermits de plant toch nog een beetje chlorofyl bezit. 

Zeldzaamheid: Zéér zeldzaam. Slechts 1 vindplaats in België waar de soort nog elk jaar gezien wordt.   De kans is echter groot dat er nog meerdere vindplaatsen zijn: de soort wordt gemakkelijk over het hoofd gezien. Desondanks lijst B!

Gelijkende soorten: Corallorrhiza trifida is met geen enkel andere plant te verwarren. De kleine plantjes vallen door hun kleur weinig op en worden vaak verward met droge takjes of naalden. 

Opmerkingen: Soort is meestal autogaam, alhoewel ze soms door kleine Hymenoptera en Diptera (geslacht Scatophaga) wordt bevrucht.  Levenscyclus vaak enkel ondergronds. 

Tekst : Bart Van de Vijver, video : Patrick Mannens,  foto’s : Walter van Looken, Patrick Mannens, Rudy Maex, Daniel Gheyselinck, Walter Van den Bussche, Jacques Kleynen, Etienne De Keukelaere.

Met dank aan de vele fotografen die ons beeldmateriaal bezorgden van deze soort.

Volgende maand : Gymnadenia rhellicani

Alle foto’s zijn welkom.  Stuur ze naar secretariaat@semo.vlaanderen.  Alvast bedankt.