Orchis mascula (L.) L.

Mannetjesorchis

F: Ophrys mâle
E: Early Purple Orchid
D: Manns-Orchis, Männlisches Knabenkraut

Syn.:  Orchis morio var. mascula L.

Ety.:    Mascula komt uit het Latijn: Masculus (mannelijk) en verwijst naar de ondergrondse delen van de plant ofwel naar de opgerichte spoor.  

Beschrijving: Plant 20-60 cm hoog.  Slanke rechtopstijgende vrij forse stengel, bovenaan meestal purperbruin. De onderste vier tot acht bladeren zijn rozetvormig gerangschikt, afstaand, langwerpig, omgekeerd lancetvormig tot spatelvormig met spitse of soms zelfs stompe top.  Twee bladeren rechtopstaand en stengelomvattend of zeer nauw de stengel omsluitend.  Zeer zelden worden één of twee schutbladachtige blaadjes aangetroffen.  Alle bladen glimmen, groen gekleurd, meestal met donkerbruine tot paarse vlekken.  Soms ook purperbruine streepjes op de stengel en de bladstelen.  Schutbladen iets korter dan de vruchtbeginsels, purper gekleurd.  Bloeiwijze losbloemig met 6 tot 20 bloemen.  Bloemen lichtpurper tot paarsrood.  Dorsale sepaal en petalen vormen een ronde kap.  De zijdelingse sepalen uitstaand of teruggeslagen.  De punten zijn vaak naar achter gebogen.  Lip sterk drielobbig met een uitgerande middenlob die veel langer is dan de zijlobben.In het centrum is de lip lichter gekleurd.  Spoor kort, bijna even lang als het vruchtbeginsel, kruist ook het vruchtbeginsel. Daardoor opgericht.  Bloemen ruiken sterk naar kattenpis. 

Variabiliteit: Weinig variabele soort.  Voor de invoering van een hele resem nieuwe soorten, gebaseerd op O. mascula werd de soort als één van de meest variabele beschouwd.  Dat is nu niet meer zo. Planten met gevlekte en ongevlekte bladeren kunnen door elkaar voorkomen.  De bloemkleur kan variëren van purperrood tot helroze en zelfs helemaal wit. 

Bloeitijd: midden-april tot mei (soms begin juni maar afhankelijk van de breedteligging en de hoogte).

Habitat: Orchis mascula komt in zeer uiteenlopende milieus voor.  Meestal verkiest de soort echter kalkrijke grond in lichte bossen en struikgewas.  Soms ook in bosranden op stenige hellingen.  In bergstreken kan ze soms massaal bloeien op alpenweiden. 

Zeldzaamheid: Zeer zeldzaam (mogelijk uitgestorven?) in Vlaanderen, vrij algemeen in Zuid-België.  Lijst B.

Gelijkende soorten: Voor verwarring met Dactylorhiza zie opmerkingen bij de genus-bespreking.  Mogelijk ook te verwarren met Orchis morio, maar deze is kleiner, heeft groene nerven in het helmpje en komt bovendien in een heel ander biotoop voor. 

Opmerkingen: O. mascula en O. morio (zie onder) worden bestoven ‘per vergissing’.  Beide soorten lijken sterk op bepaalde lipbloemigen die wel nectar bevatten en een onwetend insect durft zich al wel eens vergissen.  Dat is de reden waarom vaak enkel de onderste bloemen bevrucht worden.  Het insect laat zich na een tijd niet meer foppen.

Tekst : Bart Van de Vijver, video : Patrick Mannens,  foto’s : Patrick Mannens, Willy van Steenberge, Ivo Vanseuningen, Johan de Jong.

Met dank aan de vele fotografen die ons beeldmateriaal bezorgden van deze soort.

Volgende maand : Dactylorhiza majalis

Alle foto’s zijn welkom.  Stuur ze naar secretariaat@semo.vlaanderen.  Alvast bedankt.