Dactylorhiza foliosa (RCHB. f.) SÓO (1962)

Madeira orchis

F: Orchis feuillue
E: Madeira orchid
D: Madeira-Knabenkraut

Etymologie

basioniem: Orchis foliosa Solander ex Lowe (1831)

synoniem: Orchis latifolia L foliosa Rchb. f. (1851)
Orchis orientalis
Klinge subsp. foliosa (Sol ex Lowe) Klinge (1898)
Dactylorchis foliosa
(Sol ex Lowe) Vermeulen  (1947)

De soortaanduiding foliosa verwijst naar de dicht bebladerde stengel

Kenmerken:

Dactylorhiza foliosa is een overblijvende plant die overwintert door middel van wortelknollen, die typisch vingervormig zijn (knolgeofyt). Het is een stevige, tot 70cm grote plant met een volle stengel die bovenaan gegroefd is. De stengel draagt zeven tot twaalf stengelomvattende, lancetvormige, glanzend groene en ongevlekte bladeren. De onderste kunnen tot 20cm lang worden terwijl de bovenste korter worden en meer beginnen te lijken op de schutbladen. De stengel draagt ook nog 3 tot 5 schutbladachtige bladeren. De eigenlijke schutblaadjes zijn groen, en in de regel korter dan de bloemen. De bloeiwijze is een tot 13cm hoge, kegelvormige, rijkbloemige aar.

De bloemen zijn in verhouding groot, helder tot gevlekt roze of licht purper. De zijdelingse sepalen zijn asymmetrisch lancetvormig, gekield, en naar voor gebogen. Samen met de bovenste sepaal wordt met de zijdelingse petalen een open helmpje gevormd.

De lip is ovaal van vorm, vlak uitgespreid, ongelobd tot onduidelijk drielobbig, tot 20mm lang, met in het midden een verticale plooi, lichtroze, ongevlekt of voorzien van een honingmerk van donkerder roze tot purperen stipjes en lijntjes. De randen van de lip zijn gegolfd en dikwijls teruggeslagen. De middenlob is veel kleiner dan de zijlobben. De spoor is cilindrisch en stomp, recht of iets naar boven buigend, half zo lang als het vruchtbeginsel en ook dunner dan dit laatste.

Deze soort biedt geen nectar aan, ook al bezit ze een spoor. Ze wordt dus niet bestoven door specifieke insecten. Er is geen info beschikbaar van insecten die als bestuiver fungeren.

Bloeitijd: Vanaf mei tot juli.  

Foto’s hieronder : D. foliosa in situ, Ribeira Frio – Madeira

Habitat:  Deze soort komt voor op vochtige, zwakzure bodem in lichte of zwaar beschaduwde plekken, zoals in lichte bossen, Laurisilva en rotskloven, op hoogtes van 400 tot 1200 meter. (Laurisilva is een orde van plantengemeenschappen gekenmerkt door bomen die merendeels tot de laurierfamilie behoren. Dit type bos komt voor op Madeira, de Azoren, de archipel Kaapverdië en de Canarische Eilanden. Wikipedia )

Ook op natte taluds langs de weg en langs de levadas (irrigatiekanalen)

Voorkomen :  Dactylorhiza foliosa is een endemisch soort van Madeira dat tot het grondgebied van Portugal hoort, waar ze uitsluitend langs de noordzijde van het eiland voorkomt.

Zeldzaamheid: Door het kleine verspreidingsgebied is de soort zeldzaam, maar kan plaatselijk wel talrijk voorkomen.

Bedreiging en bescherming : Deze soort is beschermd op Madeira. Op het eiland wordt deze soort kunstmatig gekweekt voor de horticultuur zodat er geen behoefte is om planten uit de vrije natuur te halen.

Opmerking: Dit is een populaire soort die vaak in tuincentra en speciaalzaken wordt aangeboden omdat het een attractieve plant is. Het gaat om een soort die zich gemakkelijk laat kweken. In de huidige koopwaar is wel vaak al hybridisering opgetreden met andere Dactylorhiza taxa, waardoor de planten die nu als Dactylorhiza foliosa worden verkocht, vaak niet meer zuiver zijn.

Tekst : Walter Van den Bussche, video : Patrick Denissen,  foto’s : Patrick Denissen. Met dank aan de vele fotografen die ons beeldmateriaal bezorgden van deze soort.
Volgende maand : Hammarbya paludosa
Alle foto’s zijn welkom.  Stuur ze naar secretariaat@semo.vlaanderen.  Alvast bedankt.