Epipactis purpurata G.E. Smith

Paarse wespenorchis

F: Epipactis pourpre
E: Violet Helleborine
D: Violette Stendelwurz

Syn.:

Epipactis sessilifolia Petermann
Epipactis violacea (Durand-Duquesney) Boreau
Epipactis viridiflora Krocker 

Ety.:

purpurata verwijst naar de dominantie van het pigment anthocyaan, waardoor de plant zijn typische donkere, paarsachtige kleur krijgt.

Beschrijving

Plant die vaak niet hoger wordt dan 40 cm en soms in toefjes of bundels voorkomt. De bladeren zijn smal, klein en donker van kleur omdat het bladgroen wordt onderdrukt door de aanwezigheid van het pigment anthocyaan. Dit is vooral goed zichtbaar in het onderste deel van de stengel en de bladeren. Deze soort blijft zijn ganse leven samenwerken met mycorrhiza-schimmels en is daarom niet of nauwelijks afhankelijk van eigen bladgroen. Dat is de reden waarom deze soort kan groeien in donkere bossen met weinig zonlicht.
In tegenstelling tot de kleur van bladeren en stengel zijn de bloemen dan weer zeer licht van kleur (groenwit) en zijn ze vaak wijd geopend. De plant is geen zelfbestuiver, maar wordt gretig bestoven door wespen die de planten kunnen opsporen in de donkere bossen door de geur en de lichte kleur van de bloemen die goed zichtbaar worden wanneer ze worden beschenen door een zonnestraaltje.

Variabiliteit
Er komt in ons land een vorm voor die geen anthocyaan bevat waardoor de planten frisgroen van kleur zijn:
Epipactis purpurata f. chlorophylla (Seeland) Delforge
Dergelijke planten werden in ons land al aangetroffen in de omgeving van Chimay en Sourd’ Ave.
Daarnaast gebeurt het dat er exemplaren worden gevonden die geen bladgroen bevatten en dan gans roze van kleur zijn.
Epipactis purpurata f. rosea Delforge

.

Bloeitijd
in de laatste week van juli tot half augustus. 

Habitat

Oude bossen met beuk, eik, haagbeuk en hazelaar, waar weinig licht door het bladerdak dringt en met een vochtige bodem die uit zware klei of mergel bestaat. In deze omstandigheden is E. purpurata vaak de enige plant die daar groeit in de dikke strooisellaag. Opslag van braam Rubus sp. is vaak een teken van ophoping van stikstof wat uiteindelijk leidt tot het verdwijnen van deze orchidee.
Soms komt de plant ook voor langs bospaden met meer onderbegroeiing. 

Verspreiding

In ons land komt deze soort voor in het Brabants district (Vlaamse Ardennen), Maasdistrict (Fagne schisteuse) en het Lotharings plantendistrict (Gaume) De Europese verspreiding beperkt zich voornamelijk tot Engeland, Frankrijk, België, Duitsland, Zwitserland, Italië, Polen, Denemarken, Litouwen en gebergteketens in centraal Europa (Alpen, Karpaten)

Gelijkende soorten 

Op de typische groeiplaatsen van deze soort komen er geen andere planten voor die gelijken op E. purpurata. Toch komt het voor dat in de naaste omgeving, binnen vliegbereik van wespen, ook brede wespenorchis Epipactis helleborine voorkomt. Dan zijn hybriden mogelijk, die bekend zijn onder de naam Epipactis xschulzei. Deze werden in ons land al aangetroffen ten noorden van Virelles.

Daarnaast worden er nog een aantal ondersoorten erkend, zoals:

Epipactis purpurata subsp. halacsyi (Robatsch) Kreutz
endemisch voor de Peloponnesos, met bredere, eivormige bladeren en roze petalen.

Epipactis purpurata subsp. rechingeri (Renz) Kreutz
uit Azerbeidzjan en Noord Iran, met korte bladeren en roze aanlopende petalen.

Opmerkingen
Deze soort kent een sterke achteruitgang door de toenemende aantallen bramen Rubus sp. in onze bossen.
Daarnaast zorgen (te grote) populaties van everzwijnen ook voor de nodige omwoeling van de bodem waardoor planten niet meer tot bloei komen.

Tekst : Walter Van den Bussche, video : Patrick Mannens,  foto’s : Walter Van den Bussche, Patrick Mannens, Ria De Neve, Daniel Ghyselinck.

Met dank aan de vele fotografen die ons beeldmateriaal bezorgden van deze soort.

Volgende maand : Epipactis muelleri

Alle foto’s zijn welkom.  Stuur ze naar secretariaat@semo.vlaanderen.  Alvast bedankt.