Anacamptis morio subsp. longicornu (Poiret) Kretzschmar, Eccarius & Dietrich
Langsporige harlekijnorchis
Frans : Orchis à long-éperon
Engels : Long-spurred Orchid
Duits : Langsporniges Knabenkraut
Synoniemen: Anacamptis longicornu
Herorchis longicornu
Orchis longicornis 1798
Beschrijving
10 – 35 cm hoog. Lijkt goed op verwante soorten zoals Anacamptis morio maar bezit in het midden van de lip een duidelijke, witte band die in kleur sterk contrasteert met de kleur van de zijlobben die kan variëren van lichtroze tot donkerpurper. De zijlobben zijn sterk teruggeslagen. Spoor erg lang, omhoog gericht en steeds bleker dan de kleur van de zijlobben van de lip. In het witte centrum van de lip bevinden zich een aantal stippen die dezelfde kleur bezitten als de zijlobben.
Net zoals de andere leden van de harlekijnorchissen bezit de helm een aantal duidelijk zichtbare nerven die groen zijn en dus contrasteren met de rest van de kleur van de helm. Die helm wordt gevormd door de zijdelingse petalen en de sepalen, die een soort van huisje vormen dat het zuiltje beschermt.
De leden van het genus Anacamptis vormen in het najaar winterharde rozetten die vanaf oktober kunnen gevonden worden en de ganse winter en voorjaar bovengronds blijven.
Bloeitijd
Van februari tot eind april. Op grotere hoogte kan de bloeitijd nog wat verder uitlopen tot in mei.
Verspreiding
Dit taxon komt voor in de kustzone van Noord-Afrika (Maghreb landen Algerije en Tunesië), Sicilië, Sardinië, Corsica en de Balearen.
Biotoop
Verkiest kalkrijke bodems en groeit in kortgrazige graslanden in maquis en garrigue.
Komt voor tot op een hoogte van 2000 meter in het gebergte. In gebieden waar de ondersoort morio samen voorkomt met longicornu (zoals rond de Etna op Sicilië) verkiest morio de eerder neutrale tot lichtzure bodems.
Verwante taxa
Door een aantal auteurs worden alle morio achtige taxa allen als ondersoort gerangschikt onder Anacamptis morio. Daar waar de leefgebieden van deze verschillende taxa mekaar raken, komen overgangsvormen voor die niet altijd goed van elkaar te onderscheiden zijn. Andere auteurs hebben al deze ondersoorten dan weer op soortniveau gerangschikt.
Anacamptis morio subsp. morio
Uit gans Europa. De lip is meer dan 1,5 x zo breed als lang. Bloeiwijze dicht en meer dan ¼ van de totale lengte in beslag nemend. Op de middenlob steeds vlekjes aanwezig die donkerder zijn gekleurd dan de rest van de lip. Lip slechts ondiep driedelig ingesneden en de zijlobben vaak licht uitgespreid en nooit sterk terug geslagen. Groene nerven in de helm steeds erg goed opvallend.
Anacamptis morio subsp. caucasica
uit de Balkan, Griekenland, Turkije en de Kaukasus. De lip van deze ondersoort is minder dan 1,5 x zo breed als lang. De middenlob is veel langer dan de zijlobben en de bloeiwijze is vaak dunner, spoelvormig.
Anacamptis morio subsp. champagneuxii
Uit Marokko, Portugal, Spanje en Zuid-Frankrijk. De lip van deze ondersoort vertoont geen of slechts zeer vage gekleurde vlekjes op de middenlob van de lip die bleker van kleur is als de zijlobben. In tegenstelling tot de ondersoort longicornu is dit bleke centrum niet scherp afgelijnd en is de kleur van het spoor van dezelfde kleur als de zijlobben, die zeer sterk teruggeslagen zijn. Kan zeer grote bestanden vormen op zijn groeiplaatsen.
Anacamptis morio subsp. picta
Uit Portugal, Spanje en Zuid-Frankrijk. De middenlob is korter dan de zijlobben en de bloeiwijze is erg losbloemig en kort (minder dan ¼ van de totale lengte).
Anacamptis morio subsp. syriaca
Uit Cyprus, kuststreek van Zuid-Turkije en de Levant (Syrië, Libanon en Israël). Spoor donkerder gekleurd dan de lip, middenlob zonder tekening. Lipkleur bleek tot zachtroze.
Tekst : Walter Van den Bussche, video : Patrick Mannens, foto’s : Ria Deneve, Jacques Kleynen, Patrick Mannens, Daniel Gheyselinck, Luc Segers, Ton Van De Vis.
Met dank aan de vele fotografen die ons beeldmateriaal bezorgden van deze soort.
Volgende maand :
Ophrys x obsurca = O.fuciflora x O.sphegodes
Alle foto’s zijn welkom. Stuur ze naar secretariaat@semo.vlaanderen.
Alvast bedankt.